"Es ist eine tragische Nacktheit, das zerklüftete Felsgestein scheint uns angrinsen zu wollen. (...) Jetzt kann man nicht mehr in das violett schimmernde Tal hinabblicken. Die Wolken hüllen uns ein, als hätten sie Mitleid mit uns keuchenden Ameisen, die es gewagt haben, die Riesen der Bergwelt herauszufordern. Es ist nur ein Tasten, ein ungewisses Taumeln von einer Straßenhälfte zur anderen, dabei die Angst im Herzen, nicht zu nahe an den Abgrund zu kommen.
"Wer so über die Tour de France schreibt, der muss sie selbst bestritten haben. So wie der Berliner Kurt Stöpel. 1932 lieferte er André Leducq, dem französischen Superstar jener Jahre, einen faszinierenden Zweikampf, gewann eine Etappe und fuhr als erster Deutscher ins Gelbe Trikot.Nur einer unerklärlichen Serie von Reifenpannen, einem Mangel an Teamunterstützung und dem unvorteilhaften Reglement hatte es Kurt Stöpel zu "verdanken", dass es nicht ganz zum Sieg reichte. Eigentlich war er wohl der kompletteste Fahrer dieser Tour - im Hochgebirge ebenso stark wie im Sprint. Es sollte noch 64 Jahre dauern, bis ein Landsmann diese Leistung zu egalisieren wusste - Jan Ullrich.
Jetzt endlich erscheint eine Neuauflage des Erlebnisberichts von der Tour 1932, mit dem Kurt Stöpel einmalige Einblicke in die "heroische Ära" der Frankreich-Rundfahrt liefert: Die größte Geschichte eines Radrennfahrers von Weltrang, der auch als Literat ähnliche Klasse verriet wie im Wirbel der Pedale.Vieles in diesem Buch erscheint dem Leser wie ein Bericht aus einer fernen, unbekannten Zeit, manches wird ihm seltsam aktuell vorkommen: der völkerverbindende Charakter der Tour de France; die Kameradschaft und der Todesmut der Fahrer; die Intrigen und taktischen Scharmützel der Teammanager; die epische Unwetteretappe durch die Pyrenäen; der Belgier, der nach dem Griff zur "schnellen Pulle" wie ein Wahnsinniger über Kopfsteinpflaster und durch das Ziel "brettert"...Ein vollständiger Statistikteil, vielfältige Hintergrundinformationen zum Rennen und zu seinen Teilnehmern, zahlreiche weitere Augenzeugenberichte sowie viele Fotos im Großformat komplettieren diese Neuauflage. Und in einem Nachwort würdigt Helmer Boelsen, der Nestor unter Deutschlands Radsportjournalisten, den Rennfahrer und Menschen Kurt Stöpel über die Tour de France 1932 hinaus.
Frank Heinen: "Behalve dat heel moois uit gegevens met schitterende foto's en portretten, is het een wonderbaarlijk en goed geschreven boek. In het Duits wel – niet vertaald. Kurt Stöpel was een wielrenner die aan de Tour van 1932 meedeed en hij hield een dagboek bij. Dat dagboek is in feiten deze tekst. Hij schrijft per dag een column of een verhaal over die etappe. Dat is daarna wel grondig herschreven en herzien ook, maar het is in principe gewoon een ooggetuigenverslag van de tour van 1932. [...] Een schitterend document van hoe de Tour er voor de oorlog bij lag en hoe deze werd beleefd vanuit de renners zelf. Voor de oorlog waren veel wielrenners niet in staat om uitdrukking te geven aan wat zij beleefden. De ervaringen die renners meemaakten werden vaak door de ogen van journalisten en radioverslaggevers aan het volk doorgegeven. En wat die renners vonden, dachten, voelden en ervoeren kwam vaak in veranderde vorm tot ons en ook tot de geschiedenisboeken uiteraard. Dit is een boek uit eerste hand en dat maakt het zo fascinerend. Het is daarnaast ook heel goed geschreven." – Bron
Als abonnee van de Boekdelen nieuwsbrief ontvang je maximaal 1x in de week de beste leestips en interviews in je mailbox. Bovendien maak je iedere maand kans op gratis boeken!
Boeken aanbevolen door succesvolle, interessante en inspirerende mensen in Nederland en België