De favoriete boeken van Toon Gerbrands

Toon Gerbrands, gepokt en gemazeld. Oprecht en duidelijk. Na een leven lang succesvol coach, manager en directeur te zijn geweest, is de nuchtere Fries in een volgende levensfase beland, met een nieuwe dynamiek... Hij adviseert NAC en geeft lezingen, maar een vast dienstverband is geen optie meer. Het schrijven van een nieuw boek ook niet: als Gerbrands ergens een punt achter zet, komt hij daar ook niet meer op terug. Gelukkig was hij wel te porren voor een interview over boeken. En tijdschriften.

Toon, lees je zelf veel?
Heel veel. Maar geen romans, dat vind ik niet interessant. Dus ik zit niet in de wereld van de romantiek en dat soort dingen.

Ook nooit gehad?
Nee, op school had ik vier talen in mijn pakket en moest ik hele lijsten lezen. Dat was een drama, daar heb ik nooit iets mee gehad. Ik deed het wel. Willem Elsschot kwam dan nog het dichtste bij, omdat dat nog een beetje een realistische schrijver was, met normaal te volgen verhalen. Niet al te grote flashbacks en dat soort dingen.

Denk je dat het te maken heeft met hoe je in het leven staat?
Ja, dat heeft met mijn karakter te maken.

Heb je dat wel dan met films of series?

Nee, daar zitten ook geen romantische films bij. Er moet wel een verhaal in zitten en een beetje realistisch zijn. Die softe films, zo noem ik dat dan maar even, die kijk ik niet.

Hoe bepaal je wat je gaat lezen?
Ik vraag weleens aan mensen wat het meest mooie boek is dat ze ooit gelezen hebben. En dat koop ik blind. En toen ik 50 werd heb ik tegen alle mensen gezegd “We gaan een feestje houden en wat je moet meenemen is het meest mooie boek, de meest mooie CD, of de meest mooie film die je ooit gezien hebt in je leven.” Dan leer je mensen kennen. Er was trouwens maar één dubbeling: Once Upon a Time in the West… dat was toevallig dan een film. Maar ik heb een hele rij boeken staan, beneden ergens, die mensen als hét boek gegeven hebben. En verder lees ik twintig tijdschriften per week.

Biografieën moeten niet geautoriseerd zijn. Want dan krijg je dus dat iemand het mooier maakt dan het is.


Is dat allemaal vakinhoudelijk, of ook heel breed?

Ja, eigenlijk wel. Het is niet zo dat het alleen over de thema’s gaat, die mij vanuit mijn werk interesseren. Het gaat over psychologie, het gaat over filosofie. Ik lees ook veel managementboeken en biografieën. Daar leer ik van of ik haal er inspiratie uit.

Maar dat moeten dan wel biografieën zijn van mensen die jij intrinsiek interessant vindt?
Ja en die moeten ook niet geautoriseerd zijn. Want dan krijg je dus dat iemand het mooier maakt dan het is. Ik lees graag over interessante mensen. Die hebben een verhaal, ook als het helemaal mis gegaan is in het leven… ja dat vind ik wel mooi.

Als je zoveel leest, lees je zeker erg snel?
Nee, de belangrijkste cursus die ik ooit heb gevolgd is snellezen. Het is onbegrijpelijk dat mensen dat niet doen. Je kunt het echt trainen en het helpt dus om boeken sneller te lezen. Mensen geloven dat soms niet. Dan zeg ik: “Stel maar vijf vragen.” En dan kan ik ze allemaal beantwoorden. Eigenlijk zou het een verplicht vak moeten zijn op school.

Je bewaart ook alles wat je gelezen hebt?
Ik durf geen boeken weg te gooien. Ik heb er gisteren een aantal naar de kringloop gebracht. Even wat opschonen. Maar ze gaan niet de prullenbak in.

Herlees je sommige boeken ook wel eens?
Nee. Dat zou je bij een aantal boeken wel eens moeten doen. Daar ben ik van overtuigd. Ik heb mezelf verder ontwikkeld en ik zou nu dingen kunnen lezen die van grote waarde zijn, die ik toen gemist heb. Daar ben ik echt van overtuigd. Ik maak wel altijd lijstjes met de twaalf belangrijkste punten uit een boek. Dan kan ik dingen makkelijk terugzoeken: “Verrek, wat was dat ook alweer? Hoe was dat?” Maar het is een goede vraag … misschien ga ik eens een paar boeken herlezen.

Welke zouden dat dan zijn?
Als ik het uit m’n hoofd zeg The Long Time..... van die filosofische boeken die dan verklaarden hoe de wereld er in 2020 uit zou zien. Dat moet ik nog een keer lezen om te kijken hoe ver ‘ie gelijk heeft gekregen. In de tijd dat ik het las zeiden ze: “Je kunt een auto bestellen zoals je ‘m wil hebben.” Dus de kleur, de stoel … dat was toen heel ver weg. Dat bestond helemaal niet. Je had vijf modellen in een paar kleuren, maar dat was het.

Wanneer is dat geschreven?
Ik denk ergens tussen 1980 en ’85.

Je had het straks over dat je mensen vroeg om hun favoriete boek mee te nemen. Heb je die zelf ook?
Als ik een boek aan je cadeau zou moeten geven voor je verjaardag, dan zou ik De zin van het bestaan van Viktor Frankl kopen. Onder coaches is dat een heel populair boek. Die man heeft het concentratiekamp overleefd en alle ellende meegemaakt die er is. Hij  heeft het overleefd omdat hij een doel had. Hij moest namelijk een boek schrijven. En daar was hij elke dag mee bezig. Hij is later psycholoog geworden. Mensen die ellende meemaken en bij hem komen, stelt hij één vraag: “Waarom pleeg je geen zelfmoord? Dan ben je er vanaf, van alle ellende.” Dan gaan mensen roepen: “Ja, maar ik heb een vrouw en kinderen…. “

Dus een heel erg confronterende vorm?
Jazeker. Onder coaches ben ik dit vaak tegengekomen omdat het met doorzetten te maken heeft, met doelen stellen en nuchter tegen dingen aankijken.

Als ik een boek aan je cadeau zou moeten geven voor je verjaardag, dan zou ik De zin van het bestaan van Viktor Frankl kopen. Onder coaches is dat een heel populair boek.


En hoe verklaar jij jouw eigen succes als coach?
Je moet nieuwsgierig blijven, je moet jezelf blijven ontwikkelen. Lezen, met mensen praten, mensen bellen. Ook toen ik geen naam had, belde ik alle grote coaches op die ik maar kon bedenken en die namen ook allemaal op. Dan vroeg ik of ik langs mocht komen en ik was altijd welkom. Maar heel weinig mensen tonen dat soort lef om zich zo te ontwikkelen.

Kijk, ik lees al die verschillende tijdschriften om me te verdiepen in andere werelden. Ik heb niks met vissen, maar als ik een tijdschrift over de vissport lees, zie ik wel dat die wereld bestaat en hoe die mensen in elkaar steken, daar leer je van. En voor de rest volg ik alles en als ik ergens tegenaan loop dan ga ik naar iemand toe die het beter weet dan ik.

Zou je alles kunnen coachen?
Ja. Maar even voor de beeldvorming: ik heb niet genoeg verstand van basketbal, maar als het gaat om het coachen van mensen is het antwoord ja.

En wat je nu dan bijvoorbeeld bij NAC gaat doen?
Dat is op afstand als adviseur.

Ook een mooie uitdaging hè?
Nee, dat valt wel mee.

Ja? Ik heb alleen aan het einde van het seizoen meegekregen dat het daar niet echt lekker liep…
Nee, maar daarom valt er snel winst te boeken.

Maar dat zie je dan juist als een uitdaging?
Ja. Voor dat ik daar ja tegen heb gezegd ga je allerlei gesprekken aan, ga je kijken hoe het zit. Ik had aanbiedingen van allerlei clubs. Ik dacht: “dat moet ik even parkeren. Ik wil niet op de loonlijst.” NAC betaalt me ook niet, ik wil niet meer in de dagelijkse executie zitten. Maar op afstand kan ik mijn expertise wel gebruiken. Dus zo is het geregeld.

En mis je PSV?
Nee, ik doe de deur dicht en ik ben weg. Dat heb ik altijd gedaan: ik heb twintig jaar volleybal gedaan, deur dicht gedaan, twaalf jaar AZ, deur dicht gedaan, PSV deur dicht. Dit is een mooie nieuwe fase.

Maar misschien een stomme vraag; hecht je wel aan mensen dan, of ook niet echt?
Ik heb met niemand ruzie en je houdt van elke baan twee mensen over. Ik heb een paar mensen met wie ik wat heb en voor de rest kan ik bij iedereen aankloppen of een kop koffie met hen drinken. Maar niet dat ze op mijn verjaardag komen.

In Mijn stijl had je het over vijf kamers. Heb je daar nu een andere balans in?
De vijf kamers ging over vijf dingen in je leven: zingeving, je werk, je relatie, je gezondheid en je vrije tijd. Als je iemand vraagt wat ze het belangrijkst vinden, noemen ze nooit hun werk. Terwijl ze daar de meeste tijd in steken. Het is helemaal niet erg om te werken en daar wat tijd in te steken, maar als daar de verkeerde balans in zit - als je niet hardloopt, niet fatsoenlijk slaapt, niet fatsoenlijk eet - dan gaat je gezondheid eraan. Als je veel te hard werkt en nooit thuis bent, dan wordt dat een scheiding. Als je te hard werkt krijg je een burn-out. Dus het gaat over die balans en die heb ik zelf heel goed gevonden. Dat verandert nu dus ook niet.

Ik heb ook geen stapel boeken hè. Als ik morgen een boek heb is het binnen drie dagen uit.


Maar het is niet dat je nu minder op de ‘werkkamer’ bent en dat je meer naar de zolder gaat voor zingeving?
Nee, bij zingeving blijf ik maar af en toe, anders word je gek. Je moet soms even over het complete verhaal nadenken. Nadenken over wat je echt wilt. Ik wil mijn kennis en expertise wel delen met mensen, maar ik wil ook vier vakanties per jaar. Dat regel ik dan ook meteen; voor je het weet staat er weer een klein afspraakje in je agenda en moet je die weer afzeggen of verschuiven. Ik heb ook geen bucketlist. Als je iets wilt doen, moet je het meteen doen. Voor hetzelfde geld val je morgen dood neer.

Ik kan ook iedereen aanraden om eens twee maanden een sabbatical te nemen. Ruim dan eerst je spullen maar eens op. Het zijn hele primaire dingen hoor. Een structuur, een beetje organiseren. Je schaft wat dingen aan, leest een paar boeken uit.

Ik heb ook geen stapel boeken hè. Als ik morgen een boek heb is het binnen drie dagen uit. Dus ik heb niet zo’n stapel die ik moet lezen. Dat is zonde, want dan moet ik een week wachten terwijl ik de kennis nu op kan doen. Zo zit ik ook in elkaar.

Het komt toch zoals het komt?
Nee, je moet het zelf regelen. En dat bedoel ik met die kamerprincipes. Je moet dat allemaal gewoon goed in balans houden. Je moet voldoende hardlopen, goed slapen. Ik houd ook altijd een pleidooi voor slapen want ⅓ deel van je leven slaap je. Dan vraag ik aan mensen: “Heb je een goed bed? En slaap je wel 8 uur? Heb je een airco op de kamer?” Enzovoorts...

Maar jij zegt: De sleutel tot jouw succes is jezelf voortdurend blijven ontwikkelen. Voor veel mensen zit die zelfontwikkeling dan toch in de zelfhulp, goeroe-boeken… maar daar ben je niet echt een voorstander van. Dus voor jou is het dan echt het voortdurend op blijven doen van nieuwe kennis? Waar zit de persoonlijke ontwikkeling voor jou dan vooral in?
Als je praat over zelfontwikkeling, dan betekent dat dat je zelfreflectie moet hebben. Dus je moet jezelf altijd kritisch tegen het licht houden. De paradox voor mij is dat ik heel veel managementboeken moest lezen, om erachter te komen dat het niet werkt. Ik dacht altijd: daar pak ik wat dingen uit, maar in de praktijk blijkt het toch allemaal net niet te werken. Dus moest ik het op een andere manier gaan doen: naar de mensen toe, ontwikkelen, en dan ook heel veel cursussen volgen.

Als Memphis Depay met een hoed op komt, dan ben ik de enige die daar begrip voor heeft.


Ik werk met jonge mensen, voetballers tussen de 18 en 25 jaar. Dus moet ik snappen met wat voor een mensen ik werk. Dus ga je je verdiepen in generatie Y en Z: wat zijn dat voor een mensen, wat doen ze met geld, wat doen ze met maatschappelijke projecten, waarin onderscheiden ze zich? Die jonge generatie wil uniek zijn, ze hebben gekleurde schoenen, gekleurd haar, of piercings, dat soort dingen. Daar hebben oude generaties een mening over. Die vinden dat vaak helemaal niks. Als iemand, net als Memphis Depay, met een hoed op komt, dan ben ik de enige die daar begrip voor heeft. Dat moet hij zelf weten. Als hij goed traint, goed eet en zijn krachttraining doet, dan zal het mijn tijd wel duren. Dus wat ik eigenlijk wil zeggen: verdiep je in de wereld waar je terecht komt en kijk waar je mee te maken hebt.

Van al die managementboeken die dan geen indruk op je hebben gemaakt; heb je dan ook 1 voorbeeld wat je iedereen zou afraden?
Covey (Stephen Covey, red). Kijk, dat is domineespraat. Het is zo dat alles wat erin staat klopt, maar wat moet je ermee? Een dominee staat op de kansel. Leuk om naar te luisteren, maar als je weer buiten staat, denk je ‘en nu?’ Het klopt allemaal wel, maar je hebt er niks aan. Met dat soort boeken heb ik helemaal niks. Terwijl het een van de meest verkochte managementboeken ter wereld is. Ik vind het zelf ook leuk om te schrijven over dingen die juist niet werken: zelfsturende teams, heisessies, dat soort dingen. Ik weet dat uit ervaring en kan het ook beargumenteren en ik geef tips hoe het wel kan.

Leiderschap is andere mensen laten functioneren. En als dat waar is, moet ik ervoor zorgen dat iedereen functioneert, behalve ikzelf. Daar heb ik voldoende tijd voor nodig, zodat ik al die mensen kan helpen. Interesse kan tonen en faciliteren. Ze hebben gewoon steun nodig. Maar de meeste leiders zijn alleen maar bezig met mail en vergaderen. Dat werkt dus niet.

Ik kan je wel zeggen wat de mooiste biografie is die ooit geschreven is. Dat is Eindspel over Bobby Fischer.


Wat is het laatste boek dat je gelezen hebt?
Dat weet ik zo even niet, daar kom ik zo op terug. Ik kan je wel zeggen wat de mooiste biografie is die ooit geschreven is. Dat is Eindspel (van Frank Brady, red.) over Bobby Fischer. Als je leest wat er allemaal gebeurt met de Russen enzo, dat is echt fascinerend. Je wordt helemaal in het verhaal gezogen. Er gebeurt echt van alles en het is erg mooi geschreven. Waar ik ook wel van hou, is het boek dat over Guardiola (Herr Pep van Martí Perarnau, red.) is geschreven. De schrijver mocht twee jaar lang met hem meelopen en alles opschrijven wat hij meemaakte. Er zitten heel mooie dingen in. Zijn twijfel en hoe hij met dingen omgaat.

En het derde boek is Legacy (door James Kerr, vertaald als Onverslaanbaar, red.), geschreven door iemand die heeft meegelopen met de ‘All Blacks’ (het rugbyteam van Nieuw-Zeeland, red.). Dat is echt een standaardboek voor coaches. Zij hebben een geheel eigen cultuur ontwikkeld, ze maken bijvoorbeeld hun eigen kleedkamer schoon. Ze zijn zelf verantwoordelijk en niemand mag dingen voor hen doen. Echt een aanrader als je een prestatiecultuur nastreeft, maar dat lukt de meesten niet, hoor.

Een ander boek dat veel indruk op mij gemaakt heeft, maar daar ben ik zelf debet aan, is Voorkom de crisis! van Ton Boot, de meest succesvolle basketbalcoach ooit in Nederland. Hij heeft mij erg geïnspireerd. We hebben veel gesprekken gevoerd en ik ben bij zijn trainingen wezen kijken. Daar is een vriendschap uit gegroeid. Hij is nu 81 en ik heb hem tien jaar lang gezegd dat hij een boek moest schrijven over zijn ideeën. Dat heeft hij op zijn 79e eindelijk gedaan en het is een prachtig boek geworden. Dat wordt ook een standaard.

Dat boek van Guardiola, daar staan echt dingen in die ik meenam naar PSV. Hoe hij tegen mensen aankijkt bijvoorbeeld, of hoe hij zichzelf ontwikkelt.


Haal je ook lessen uit zo’n boek over Bobby Fischer?
Nee, dat is bijna een soort roman, het is alleen echt gebeurd. Er zitten wel een paar leuke quotes in, die heb ik wel ergens opgeschreven. Uit dat boek van Guardiola wel, daar staan echt dingen in die ik meenam naar PSV. Hoe hij tegen mensen aankijkt bijvoorbeeld, of hoe hij zichzelf ontwikkelt. Ook zijn bescheidenheid spreekt me aan. Met klasse verliezen is een vak, dat leer je wel van hem. En ook de eenzaamheid, de onzekerheid van het vak, mooi om te lezen.

Vind je jezelf een goede schrijver?
Nee. Ik heb nu tien boeken geschreven. Het eerste was een volleybalboek. Ik raad het niemand aan, maar voor een volleybalcoach heeft het misschien wel waarde. Bij het tweede boek, De lerende winnaar, heb ik het anders aangepakt. Dat gaat over leren en ontwikkelen. Het is een heel apart boek en het heeft heel veel fans, dat is nog aparter. Toen ik het af had, heb ik het naar drie recensenten gestuurd met de vraag het te lezen. Ik kreeg behoorlijk wat kritiek en toen heb ik het helemaal herschreven. Want ze hadden gelijk. Ik voel me dus geen goede schrijver, ik deel alleen dingen. En als iemand er één ding van leert, is het goed.

Maar als je geen schrijver bent, waar komt je schrijfdrang dan vandaan?
Ik wil mezelf blijven ontwikkelen. In mijn laatste boek heb ik gezegd dat ik niet meer schrijf, dus dat doe ik ook niet meer. Nu ben ik columnist bij BNR, spreek ik elke week een column in over managementmissers. Dan deel ik een gele kaart uit aan iemand die rare dingen doet. Dat is een heel makkelijke column, kan ik je vertellen. Maar ook daar moet ik voor ontwikkelen. Zo krijg ik te maken met een spraakcoach. Ademhaling enzo, maar dat vind ik wel leuk; altijd blijven leren.

En een boek op een ander vlak?
Nee, ook niet. Ik heb ooit overwogen om onder een alias een kinderboek te schrijven, maar dat is te moeilijk. Dat is echt een vak. Ik kan wel een verhaaltje vertellen of voorlezen, maar schrijven is echt iets anders.

En je memoires? Het klinkt alsof je behoorlijk wat te vertellen hebt.
Nee. Dan raak ik vrienden kwijt omdat je echt moet vertellen wat er gebeurd is. Ik heb er ooit voor gekozen een veilige omgeving te creëren zonder dat ik daar iets over zeg, dus dat gaat niet gebeuren. Ook al zou het misschien wel een bestseller worden.

De zwarte zwaan en The wisdom of crowds zijn twee boeken die elke manager zou moeten aanschaffen.


Wat wil je verder nog met ons delen?
De zwarte zwaan (Nassim Nicholas Taleb, red.) en The wisdom of crowds (James Surowiecki, red.) zijn twee boeken die elke manager zou moeten aanschaffen. Het laatste gaat over de kennis van de meerderheid. De grote, zwijgende massa heeft altijd gelijk. Als je aan een groep van honderd mensen een vraag stelt waarop ze het antwoord niet weten, antwoorden ze altijd goed. Ook als het een heel moeilijke vraag is. En De zwarte zwaan gaat over zaken die niemand ziet aankomen. Bijvoorbeeld de aanslag op de Twin Towers. Die viel niet te voorspellen, maar binnen een uur zitten er deskundigen die haarfijn duiden hoe het allemaal zit. Mensen gaan allerlei dingen voorspellen terwijl ze eigenlijk geen idee hebben.

Ik zie op je lijstje ook Totaalcoachen (Jan Huijbers) staan?
Ja, daar maak ik heel veel gebruik van. Het beschrijft heel goed hoe mensen reageren op stress. En het klopt; de meest rustige voetballers krijgen de meeste rode kaarten. In stress-situaties worden introverte mensen extravert en andersom. Het heeft mij veel geholpen bij het coachen van mensen.

Houd je je ook bezig met ‘de kleur’ van mensen?
Nou, een boek dat je zou moeten aanschaffen is Who are you (Wie ben je?, red.) van Malcolm Godwin. Het bevat wel tachtig manieren waarop je tegen mensen aan kunt kijken. Ze kloppen allemaal, maar het is de vraag welke manier je hanteert. Heel leuk boekje, als je maar een systeem consequent gebruikt.

Van wie zou je zelf leestips ontvangen?
Van niemand. Als ik ze wil hebben, vraag ik het wel zelf. Anders ben ik lui, ik ben proactief. Als ik van Rutte wil weten wat zijn favoriete boeken zijn, stuur ik zijn secretaresse gewoon een mailtje.

Als ik dan toch mensen zou moeten noemen, zouden het presterende mensen zijn.

Er zijn trouwens nog twee boeken die ik niet genoemd heb. Het eerste is Never split the difference (Deel nooit het verschil, red.) van Chris Voss. Een Amerikaanse toponderhandelaar. Hij legt uit dat ‘nee’ het begin is van elke onderhandeling. Als je kinderen op 16-jarige leeftijd vragen of ze om 3 uur ’s nachts thuis mogen komen, voelt dat heel ongemakkelijk. Dan denken ze: ik had beter 4 uur kunnen vragen. Maar als je ‘nee’ zegt, vragen ze “waarom niet”? Dan ga je pas onderhandelen.

En het laatste boekje is helemaal mooi: 100% zelfvertrouwen van Frank Schaper. Hij benoemt drie manieren waarop je zelfvertrouwen kunt verliezen én weer terug kunt winnen. Bijna geniaal. Met dit boekje help ik mensen.

Je hebt zelf ook veel zelfvertrouwen, of niet?
Jawel, maar ook veel twijfel. Soms, als ik iets niet weet, dan moet ik wel drie keer hardlopen voor ik snap hoe iets in elkaar steekt. Ik ben hard met een d en met een t. Heel mensgericht, maar ook duidelijk: je houdt van je kinderen, maar moet wel grenzen stellen.


Foto's: PSV Media

Thijs Portz
Door
Thijs Portz
thijs.portz@gmail.com
Thijs Portz
Met
Toon Gerbrands
Topcoach en manager
Interviews
Lees ook

Ontvang de beste leestips

Als abonnee van de Boekdelen nieuwsbrief ontvang je maximaal 1x in de week de beste leestips en interviews in je mailbox. Bovendien maak je iedere maand kans op gratis boeken!

Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.